Je kunt in Nederland verschillende soorten kreeft kopen. Populair is de Canadese kreeft. Op deze Canadese kreeft wordt intensief gevist en de dieren hebben het dan ook moeilijk. De Oosterscheldekreeft uit de Oosterschelde en de Grevelingen wordt veel beter in de gaten gehouden. De meeste kreeftenvissers beoefenen een duurzame visserijmethode op percelen die zij van de overheid pachten. Wat ook pleit voor de Oosterscheldekreeft: het schaaldier komt van dichtbij en hoeft geen vliegtuigkilometers te maken.
Wat ook pleit voor de Oosterscheldekreeft: het schaaldier komt van dichtbij en hoeft geen vliegtuigkilometers te maken.
Echte seizoenvissers
Het kreeftenseizoen is maar net op gang gekomen of de vele weervorsers die de natie rijk is, turven de zoveelste strakblauwe voorjaarsdag. Het mag dan puik weer zijn, het Oosterscheldewater is nog koud. Dat komt goed uit, want dat houdt de kreeften tam. Jan Zoetewei heeft zo’n 350 korven in het water liggen, verdeeld over een paar percelen, zoals die vlak voor het strandje aan de dijk bij Wemeldinge. Terwijl aardig wat volk zich overgeeft aan zomers strandvertier, halen Jan en Wim in straf tempo de eerste korven naar boven. Wim Pekaar doet het zware werk, hij is dan ook plaatselijk bekend als Wim Sterk. Hij is een echte seizoenvisser. Als het half juli gedaan is met de kreeftenvisserij, gaat hij weer jachten bouwen.
In bijna elke korf zit wel een kreeft. De schaaldieren hebben in de korven genoeg ruimte en voedsel, van dit verblijf raken ze niet van de kook. Dat komt later wel. De kleintjes en de zaadkreeften, de zwangere vrouwtjes, gaan terug de Oosterschelde in. De rest wordt in de kajuit voorzien van elastiek om de vervaarlijke poten. Op het elastiekje staat het bootnummer gedrukt, zodat de kreeft traceerbaar is. Jan meet met een schuifmaat een paar twijfelgevallen. Alleen kreeften met een kopmaat van 9 centimeter of meer gaan mee. Geen gesjoemel met een millimetertje. Je doet aan duurzame visserij of niet. Alleen zo blijft het kreeftenbestand van het perceel dat hij van de overheid pacht gezond.
Geen gesjoemel met een millimetertje. Je doet aan duurzame visserij of niet.
Jan was eerst mosselvisser. Toen het bedrijf werd verkocht, ging hij over op de kreeftenvangst. Een mooi dier, een interessant beroep. Na het kreeftenseizoen dat van 1 april tot 15 juli loopt, trekt Jan naar de Wadden en gaat hij 3,5 maand met kubbetjes vissen op strandkrabben. Hoewel Wim en Jan af en toe best eens een kreeftje eten, pakken ze liever een visje. Dat zal wel komen doordat ze de kreeften dagelijks door hun handen laten gaan. Kreeftliefhebbers beweren dat de kreeften uit de Oosterschelde lekkerder zijn dan die uit de Grevelingen. De mannen halen hun schouders erover op. De een zegt dit en de ander dat. Jan ziet wel dat het uitmaakt van welk perceel een kreeft komt. Zijn stek bij Stavenisse levert elk jaar weer mooie exemplaren op. Jammer dat ze in de winkel niet herkenbaar zijn. Een labeltje aan de kreeft vastmaken, is dat geen aardig idee, Jan? Goed voor jou, goed voor de ware liefhebber.
