Bart op ontdekkingsreis door Japan: deel 2

Japan staat aan de vooravond van een reeks kenteringen in de visserij die de wereldwijde visconsumptie voorgoed zullen doen veranderen. Bart onderzocht de afgelopen week tijdens een bijzondere reis door dit controversiële Oost-Aziatische land hoe het ervoor staat met de duurzaamheid. Conclusie? Slecht. Maar op een paar plekken in Japan staan de eerste vissers, chefs en activisten op die begrijpen dat het zo niet langer  kan.

De eerste zaadjes zijn geplant om over te stappen op duurzame alternatieven. Bart bezocht in Shiogama de eerste en vooralsnog enige MSC-gecertificeerde tonijnvisserij van heel Japan en kookte met een groep vooruitstrevende chefs een 5-gangen diner om te overleggen: hoe nu verder?

(Deel 1 gemist? Lees hem hier!)

Tsunami

In 2011 verwoestte een desastreuze tsunami het grootste deel van Shiogama, een van de drukste vishoofdsteden in het noorden van Japan en een belangrijke havenplaats voor de binnenkomst van albacore- en skipjacktonijn. Te midden van de ravage stond één dapper man op: Kenji Matsunaga. Niet alleen werden diverse visserijen, maar ook de plaatselijke visveiling en de verwerkingsfabriek door de tsunami verwoest. Kenji zag in alle ellende een positieve kans om het volledig anders aan te pakken en startte met die gedachte Meiho op. Een visserij die niet wordt gedreven door hebzucht, maar door de wens om ook in de toekomst van vis te kunnen blijven genieten.

Bart ontmoet Kenji in de nieuwe, industrieel ogende haven van Shiogama, omringt door grote boten en overvolle aanlegsteigers. “Deze man doet wat nog niemand in Japan heeft gedurfd. Kenji heeft een duurzame tonijnvisserij opgezet en stuurt vissers de zee op met slechts een hengel en een haak in plaats van grote, schadelijke netten. Hij geeft het goede voorbeeld voor de rest van Japan.”

Visconsumptie

Wie zich realiseert dat een Japanner gemiddeld 53.7kg vis per jaar consumeert, begrijpt dat één MSC-gecertificeerde tonijnvisserij voor 127 miljoen inwoners niet genoeg is. Daar komt bij dat Japanse consumenten en chefs alleen lokale producten eten en bereiden, en weigeren om vis te importeren uit het buitenland. “Op zich een mooie filosofie. De CO2-uitstoot van transport wordt beperkt door het uitsluitend gebruiken van Japanse vis, maar marine biologisch ligt er juist om deze reden enorm veel druk op de lokale wateren en visbestanden. Onder deze druk zullen de bestanden uiteindelijk bezwijken, waardoor er in de toekomst geen wilde consumptievis meer beschikbaar is.”

MSC

Kenji laat zien dat het wel degelijk mogelijk is om op duurzame wijze een kwalitatief goede tonijn uit het water te halen. Dat moeten meer vissers doen. Inmiddels zijn er een aantal volgelingen van Kenji die met hun tonijnvisserij in assessment zitten om MSC-gecertificeerd te worden. “Dat gaat mondjesmaat. Helaas heeft dat alles te maken met dat het voor de meeste vissers nog helemaal niet rendabel is om gecertificeerd te zijn. De certificering an sich kost veel geld en de vraag naar duurzame tonijn is zo klein dat de visser nauwelijks meer geld per vis verdient.”

Bewustzijn

De tonijn van Meiho ligt momenteel in de schappen van de grootste Japanse supermarktketen; Aeon, maar zelfs dat is niet genoeg. Er moet vraag gecreëerd worden en dat lukt alleen door het verhaal te vertellen. “Chefs en consumenten moeten zich bewust gaan realiseren dat de zee geen oneindige voorraad vis bevat. Als dat is ingedaald zal bij elke confrontatie met vis onbewust de vraag opkomen: is dit wel of niet duurzaam gevangen? We moeten stof tot nadenken geven. Nu heeft het gros van de mensen geen idee wat er gaande is.”

Er moet dus vooral heel veel lawaai gemaakt worden, zo concludeert Bart. En dat deed hij, samen met een team van gemotiveerde, jonge Japanse chefs, tijdens een enorm persdiner. Maar liefst vijfendertig overenthousiaste journalisten, schrijvend voor nationale kranten en gerenommeerde foodtijdschriften, schoven aan voor een 5-gangendiner. “Het was heel bijzonder om hier te koken met de tonijn van Kenji. Ondanks dat duurzame vis nog schaars is, wordt er wel verantwoord omgesprongen met hetgeen beschikbaar is. Waar de Nederlander zijn vis laat fileren door de visboer en de rest weggooit, eet de Japanner het hele beest. Dat resulteert in innovatieve, smaakvolle gerechten. Daarnaast wordt hier sterk rekening gehouden met de seizoenen en worden alle mogelijke vissoorten gegeten, in tegenstelling tot ons eigen volkje, dat het liefst het hele jaar door kabeljauw eet.”

En nu?

Bart werd na afloop van het persdiner gevraagd om onderdeel te worden van een adviesorgaan voor de Japanse visserij. Hij zal daarin zijn ervaringen delen en lokale voorvechters voor duurzaamheid ondersteuning bieden. “Ik wil vooral de welwillenden hier uitleggen hoe je je product een toegevoegde waarde kan geven. Die toegevoegde waarde zit hem namelijk niet alleen in de kwaliteit van de vis, maar des te meer in het verhaal. Waarom koopt een Nederlandse consument een blikje Fish Tales tonijn en niet van een ander merk? Omdat ze de urgentie en ons verhaal kennen. Dat moet in Japan nog veel wijder verspreid worden. Dan kopen mensen de juiste vis, stijgt de duurzame consumptie en komt er meer geld vrij om op een verantwoorde manier te (blijven) vissen. Het balletje rolt nu heel langzaam, maar we zullen er alles toe doen om die sneller te laten gaan.”

En als dat eenmaal gebeurt… “Een Nederlander haalt tegenwoordig net zo gemakkelijk een bak sushi als een haring. De Japanse keuken is van grote invloed op andere eetculturen en daarmee op de wereldwijde visconsumptie. Als we Japan kunnen veranderen, veranderen we de hele wereld. In Nederland begon ik in 2007, toen werd er eigenlijk nog niets gedaan op gebied van duurzame vis. Kijk hoe ver we al zijn na ruim tien jaar strijden. Laten we vooral allemaal het verhaal blijven delen en de juiste keuzes maken. Pas dan kan iederéén genieten van vis. Nu en in de toekomst.”

Eline Cox